Doelstellingen
Onze werkzaamheden sluiten aan bij het hogere doel van de Nederlandse ringcentrale: het aan de hand van ringgegevens uitvinden hoeveel vogels van welke soort in welk seizoen waar naartoe vliegen, en hoe deze parameters zich ontwikkelen in de tijd.
Niet voor iedere soort is het mogelijk voor onderzoek bruikbare aantallen te vangen. Op grond van de opgedane ervaringen lijkt dit voor de volgende "projectsoorten" wel mogelijk:
* 's Nachts trekkende trans-continentale (lange-afstands) trekkers als Kleine karekiet, Fitis en Tuinfluiter.
* 's Nachts trekkende continentale (korte -afstands) trekkers als lijsterachtigen, Heggemus, Roodborst, Goudhaan, Zwartkop en Tjiftjaf.
* Overdag trekkende korte-afstands trekkers als Koolmees, Pimpelmees, Staartmees, Kleine barmsijs, Sijs, Vink en Keep.
* Broed- en standvogels als Fitis, Tjiftjaf, Kleine karekiet, Winterkoning, Koolmees, Pimpelmees, Staartmees en Roodborst.
Daarnaast willen we nog de volgende vragen kunnen beantwoorden:
* Welke functie vervult het "Groene Glop" in de opbouw van de voor de trek noodzakelijke vetreserves.
* Wat is de invloed van het gebruik van lokgeluiden op de soortsamenstelling van de vangsten en op de vogels zelf.
* Registratie van de doortrek en het conditieverloop van diverse soorten zangvogels tijdens de najaarstrek op Schiermonnikoog en de bepaling van de betekenis van dit gebied als pleisterplaats voor deze soorten.
Om deze doelstellingen te realiseren volgen we ons onderzoeksplan 2005-2014.