Week 48
26 november 2007
Ja, ja we weten het wel...Inpakken!
Het VRS Schiermonnikoog gaat tot het gaatje hoor je in ringerskringen wel eens zeggen. Is het gaatje nu bereikt?
Er zijn elementen die ons kennelijk willen zeggen dat het wel genoeg is voor dit jaar. In tegenstelling tot de weersverwachtingen die gisteravond werden afgegeven ging het vandaag nog gedurende lange tijd als een gek tekeer. Ik hoor Erwin Krol gisteren op de radio nog zo zeggen dat die weerprofeet uit Engeland met zijn voorspellingen van een superstorm een kwakzalver en een charlatan was... De ene bui na de andere dreef het eiland op en de wind die daar vooruit gestuwd werd geselde de netten. Soms was de wind zo hard dat de netstokken letterlijk stonden te fluiten als een panfluit. Er waren maar heel weinig vogels in het terrein aanwezig en de netten vingen eigenlijk alleen op de frequente momenten van rust tussen de buien door. Op zo'n dag kun je moe worden zonder al te veel vogels te ringen. Je moet gewoon continu lopen, lopen en lopen. De gelegenheid wordt dus aangegrepen om tijdens dat lopen met het afbreken van de net-opstelling verder te gaan. Vandaag worden de laatste restjes van sectie 6 opgeruimd en wordt sectie 4 binnengehaald. Daarbij naast de korte regenbuien ook nog een keer een stevige hagelbui op de kop gehad.
De waterrallen en ander 'zwemgoed' doen het vandaag eigenlijk nog het beste wat de vangsten betreft, maar ook daarvan zou je meer verwachten. In de eerste ronde weer een waterhoentje in één van de kooien en later op de dag nog een paar rallen. Daarbij niks bijzonders, ware het niet dat er weer een lekker zware tussen zat die kennelijk een vestiging van de Febo op het eiland kent.
Van de stekelbaarsjes hoeven ze het niet meer te hebben in het Glop, want die grijpen kennelijk ieder moment waarop ik de duiker weer eens heb opengepord aan om richting zee te gaan. Voor de schotbalk in de sloot zitten er nog heel veel. Hoe zullen ze dat andersom doen? Op de weg terug van zee moeten ze bij die schotbalk toch een dertigtal centimeters overbruggen. Of zijn voorvaderen van de honderden stekelbaarzen die je in een droge Augustusperiode in de laatste poeltjes in de glopsloot ziet samenscholen allemaal als eitje aan een vogelpoot het Glop in zijn gekomen?
Er vloog vanmorgen ook een groep van zo'n 40 vinken van de grond op achter de netten van sectie 2. Nou ja, van de grond... het kan niet anders dan dat ze daar zaten te foerageren op de elzenzaden die daar tegen de boomstronken en takken aankleven; het is immers één grote watermassa waar ze niet even lekker in de bosbodem kunnen wroeten.
Als het tegen vijf uur in de middag donker is neemt de wind nog even weer in kracht toe en pas laat in de avond zakt de wind wat terug in kracht en nemen de buien meer en meer in aantal af. De rallen laten het tijdens de avondrondes (onder de dan zelfs zichtbare volle maan) afweten. Wat wel heel opmerkelijk was: tijdens de meeste avondrondes hoor je ze heel stilletjes van de takken in het water stappen, maar vanavond zaten ze toen ik het terrein inliep lekker mee te knorren met het rallengeluid dat we draaien. Geen idee waarom ze dat nu ineens doen...
Groet, Henri Bouwmeester en ouders
27 november 2007
Stilte voor of na de storm?
Het kan verkeren... vannacht raasde het nog flink langs de muren van het veldlab, maar vanochtend bij het ochtendgloren was de wind al flink afgenomen en was bij de tweede ronde langs de netten al vrijwel weggevallen.
Het is wederom rustig aan het vogelfront. Met zo goed als geen wind hoor je echter wel ineens weer wat er over komt vliegen in het terrein. Zo passeren er twee Geelgorzen richting Noord, zit er weer een Oeverpieper in de schapenweide en roept er in de ochtend een IJsvogel in het hol gegroeide wilgenbroekbos aan de oostzijde van sectie 5. Ook komen er nog twee luid schreeuwende Nijlganzen laag over diezelfde wilgen vliegen en hoor ik een Pestvogel uit die hoek wegvliegen richting Zuidwest, de polder in...
Aan de noordzijde van het vangterrein haalt een havik-vrouw capriolen uit alsof het baltstijd is. In de middaguren scheert ze weer eens door het broekbos bij sectie 2 en heeft er daarmee waarschijnlijk voor gezorgd dat er ineens meer vogels in de netten hangen dan we tot dan toe vandaag gevangen hadden. Daartussen ook een paar ongeringde merels waarbij een mooie gitzwarte adulte man met volop vet en een gewicht van maar liefst 122,9 gram. De zwaarste die ik deze periode in handen heb gehad. Tijdens het opruimen van de netten van sectie 5 vliegt de IJsvogel uit het bosje in Westelijke richting weg... waar geen netten meer staan dus!
In de struiken ook nog een Tjiftjaf gehoord, en in de daaropvolgende ronde twee stuks van die soort gevangen. We ontvingen vandaag via de e-mail al een terugmelding van een pimpel die aan het begin van de mezen-invasie alhier op 4 Oktober als enigePimpelmees geringd is en op 15 november bij Wassenaar op de vinkenbaan Meijendel gecontroleerd is tussen een pimpel met een ring uit Litouwen en één uit Letland. Het is vrij aannemelijk dat de vogel op 15 november al bezig was met correctietrek. We weten inmiddels dat er in de eerste helft van november sprake was van een zich in Noordelijke richting verplaatsende golf mezen, voornamelijk pimpels die (getuige meerdere ringcontroles) op dat moment al onderweg waren uit België en Frankrijk. Daartegenover vingen we vandaag ook een pimpel die sinds 2004 verspreid over het hele vangseizoen in alle jaren tesamen al 49 keer door ons is gevangen; in tegenstelling tot de vorige een echte autochtoon dus.
Aan het eind van de middag toch ook nog een nieuwe soort voor mijn periode van inmiddels ruim twee weken vangen... één van de drie grofmazige netten hing voor meer dan de helft door onder het gewicht van ruim een pond houtduif...Daarna werd het weer erg stil en viel al snel de avond in; een vangdag zit er in deze tijd van het jaar al in korte tijd op.
Groet, Henri Bouwmeester en ouders
28 november 2007
Meenemen of hier opeten?
Het zal niet waar zijn hè? Ben je bezig met afbreken van de opstelling, zijn er ineens weer meer vogels! Er vliegt weer een grotere groep sijzen rond boven het elzenbos, er zit weer een groep vinken te roepen in de toppen en tussen de bomen foerageren weer een paar groepjes koperwieken. Ook hoor ik weer een paar barmsijzen boven het Glop. In de resterende netten hangen bij de eerste ronde precies op de rand van de schapenweide weer merels. Da's nog niet zo opmerkelijk, maar het zijn ongeringden die ook nog eens stevig en in goede conditie zijn (uiteindelijk vandaag 9 exemplaren van meer dan 100 gram) en dat kwam de laatste dagen amper nog voor. Nu spuiten er overal in het terrein merels uit de struiken weg. Helaas is het weer een klassiek voorbeeld van hetgeen we hier jaarlijks vaker meemaken: als je in de eerste ronde merels aantreft met flink wat trekvet, dan kan het in de tweede of derde ronde al weer helemaal over zijn met de vangsten en zijn ze verdwenen. En zo geschiedde... De tweede ronde leverde al haast geen vogels meer op en daarna sprokkelden we er af en toe wat bij tijdens het opruimen van de netten.
Het was vandaag tevens een dag van concurrerende vogelvangers: als ik tijdens een ronde de hoek van sectie 1 naar 2 om kom lopen zie ik nog net een grote vogel van de grond opvliegen, pal onder één van de mistnetten. Een havik met prooi! Dichterbij komend blijkt al snel dat hij op het pad pal naast één van de netten een merel heeft zitten opkluiven. Een grote bos veren, een dikke witte poepstreep op het pad en een bos vol alarmerende vinken en mezen zijn de enige sporen die de havik achterlaat. Het lijkt wel een cafetaria! 'Meenemen of hier opeten ?'
Later op de ochtend zit ik binnen achter de pc de gegevens te verwerken en zie ik langs het beeldscherm naar buiten kijkend, een kat vlak voor het gebouw lopen. Het is één van de vier duidelijk individueel herkenbare katten die hier momenteel rondlopen. De kat zoekt zoveel mogelijk dekking op en gaat aan de voet van de vlier voor de ringtafel zitten. Zijn/haar aanwezigheid blijft niet lang ongemerkt; meteen verschijnen er twee zeer territoriale winterkoningen en dito roodborsten ten tonele die met verve hun ongenoegen over de aanwezigheid van dit feline wezen duidelijk maken. En dan wordt in rap tempo duidelijk waarom de ene vogelsoort veel vaker slachtoffer van katten wordt dan de andere. De winterkoningen gaan wijselijk op één vaste en hoge plek zitten schelden en schetteren terwijl de roodborsten de aanval inzetten... En het kan niet uitblijven, de kat doet een uitval en grijpt een roodborst uit de lucht... Deze actie wakkert vervolgens bij mij dusdanige gevoelens van ecologische hierarchie aan dat ik opveer van de stoel en in een sprint naar buiten ren. De kat zet het op een lopen en ik zet de achtervolging in, dwars door het wilgenbroekbos. Dat leidt in korte tijd tot een natte ringer, een natte kat en een verdwaasd om zich heen kijkende uitgespuugde roodborst. Enige tijd later laat de roodborst zich (weliswaar met gehavend verenkleed) al weer zien op z'n vaste zangplek op de hoek van het veldlab.
We zijn vandaag behoorlijk ver gevorderd met het afbreken van de netopstelling en het einde van het vangseizoen nadert met rasse schreden. Morgenochtend gaan de resterende secties 1 en 2 en 7 weg; daarna de rallenkooien.
Groet, Henri Bouwmeester en ouders
29 november 2007
De laatste vangdag voor 2007.
De laatste dag waarop vangsten op de lijst zullen verschijnen. Er is slecht weer voorspeld voor de middaguren, dus er wordt stevig gewerkt aan het afbreken van de resterende netsecties. Om geen enkele kans onbenut te laten staan de netten vanzelfsprekend nog wel open... De vogels gunden ons vandaag echter alle tijd om op te ruimen want de vangsten vielen enorm tegen. Daarin moet je wel realiseren dat we ook veelvuldig langs de netten sjouwden om de nodige materialen achter uit het veld terug naar het gebouw te transporteren. Wel hadden we al op tijd in de ochtend een echte jubileumvogel! Het was een pimpel die sinds op 29 Juli 2004 geringd te zijn nu voor de vijftigste keer gevangen is. Als je dat dan vergelijkt met de vangst van een andere pimpel, later op de dag, die een heel ander terugvangstpatroon van slechts vijf maal terugvangen in vijf jaar tijd heeft, moet je die eerste dan een sukkel noemen? De laatstgenoemde is in 2003 door Ulbe Rypma geringd en in dat jaar nog twee maal teruggevangen, vervolgens nog één maal in 2005 en als laatste vangst nu vandaag dus. Met zo'n vangst kun je wel stellen dat het zin heeft om lang door te gaan met vangen, al heb je het maar over één vogel. Kennelijk heeft deze pimpel in de tussentijd een territorium op een heel andere plek op het eiland gehad. Dat laatste kunnen we ook stellen van de onfortuinlijke roodborst die mijn vader vandaag in de struiken bij het veldlab vers dood vindt. Het moet, getuige z'n gehavende fysieke toestand, de vogel zijn die gisteren na een wilde achtervolging door de kat werd uitgespuugd. De vogel heeft het dus niet overleefd. Uit de ringgegevens van deze vogel bleek dat deze in voorgaande jaren alleen in November hier is geringd en gecontroleerd.
Om 15:00 uur is het laatste net opgeruimd. In die laatste ronde wordt en passant nog even de zwaarste merel van dit seizoen gevangen; 129,5 gram maar liefst. Uit de verblijfstijd van 19 dagen tussen ringen en terugvangen blijkt dat het met een gewichtstoename van 27,2 gram voor deze merel hier goed toeven is.
De aangekondigde regen is op dat moment nog beperkt gebleven tot een kort buitje van nog geen kwartier. Alle netten hebben in het veldlab een gedegen droogkamer-behandeling gehad en zijn opgeborgen voor volgend voorjaar.
Na 15:00 uur resteerde ons in het veld nog het nobele natte karwei van het verwijderen van de 4 rallenkooien en de 150 meter
kabel met luidspreker van het lokgeluid. Daarbij biedt Bart Sikkema de helpende hand. Dat komt heel goed uit, want daardoor is het laatste materiaal net voor het donker uit het vangterrein verwijderd.
We kunnen terugkijken op een heel goed seizoen met dankzij een fall van fitissen in Augustus en de mezen-invasie in Oktober
hogere aantallen dan we de laatste jaren gemiddeld gewend zijn. En dan nog te bedenken dat soorten als vink, keep en zwartkop
het dit jaar in gevangen aantallen in het Groene Glop flink lieten afweten. Een openbaring was het gebruik van een drietal grofmazige netten. De inzet van dit net iets andere vangmiddel leidde tot de vangst van diverse grotere vogels die normaliter uit de zangvogelnetten weten te ontsnappen voordat je als ringer langs komt lopen.Voorbeelden daarvan zijn velduil (1), ransuil (3), sperwer (20), buizerd (2), kleine mantelmeeuw (1), zwarte kraai (1), houtsnip (14) en houtduif (11). Overigens zijn niet al deze individuen in de grofmazige netten gevangen, maar de meerderheid wel!
Krenten in de pap op het gebied van niet alledaagse vangsten waren Radde's boszanger, kleine alk, kleine vliegenvanger, maar liefst 9 IJsvogels en de eerste velduil, buidelmees en roerdomp in het bestaan van het VRS sinds 1991.
Alle lezers van onze dagverslagen gegroet en de vele mede-ringers en assistenten bedankt en tot volgend jaar!
Namens het Vogelringstation Schiermonnikoog, Henri Bouwmeester