Bosgors
Op 17 november 2008 vingen Henri Bouwmeester en Hanneke Huiskamp een afwijkende gors met meteen zichtbaar roze poten, veel meer wit op de buik en witte veertoppen op de armpendekveren en kleine dekveren: een Bosgors.
Deze soort is sinds de start van het vangen in het glop door het VRS niet eerder gevangen, maar wel in de jaren dat de Vrije Universiteit hier ringde. In de avifauna staan twee ringvangsten, op 4 Oktober 1973 en 24 September 1976.
Dit exemplaar is dus een latertje, in ieder geval beduidend later in het seizoen dan de vorige twee.
Op 29 september 2013 vingen Jan van Dijk en Joop van Ardenne opnieuw een Bosgors, nu een eerste kalenderjaar man.
Op de foto's zijn de belangrijkste kenmerken goed te zien: de chocoladebruine vlekken op de borst en flanken, de witte veertipjes op de vleugeldekveren en het witte vlekje tussen de beide oogstrepen.
Na het ringen bleef de vogel nog even in de dichtstbijzijnde berk zitten om te bekomen van alle aandacht.
Bosgorzen broeden in Noord-Europa en overwinteren in Zuidoost-Azië. Ze verschijnen slechts zelden in onze streken en zijn dus dwaalgasten.